Bouw agenda | Hugo de jonge | verduurzaming | Woningtekort

Woningtekorten, duurzaam bouwen, te weinig vakkrachten, te lange bouwtijden. Het zijn een paar uitdagingen waar projectontwikkelaars van nieuwbouwwoningen regelmatig tegenaan lopen. De plannen waarmee minister Hugo de Jonge verduurzaming in de gebouwde omgeving wil versnellen kunnen een stap in de goede richting zijn. Maar is dat werkelijk zo? En welke rol kan econic hierbij spelen?

 

De ambitie is een duurzame woning voor iedereen, meldt de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening optimistisch in de Nationale Woon- en Bouwagenda. Hij wil dit realiseren door het nemen van diverse maatregelen. ‘We moeten met meer tempo en meer regie aan de slag, want als we dat niet doen, raken meer mensen in de knel.’

Mooie woorden, maar is de ambitie – 100.000 nieuwe woningen per jaar – niet een beetje te hoog? De Jonge is zich er zeker van bewust dat de opdracht groot is. ‘We gaan niet met één pennenstreek de problemen op woongebied oplossen’, is zijn reactie. ‘Er is geen snelle oplossing.’ Maar als je de Woon- en Bouwagenda doorleest, is ‘versnelling’ wel een woord dat steeds terugkeert.

 

Concrete acties voor versnelling

De minister wil bijvoorbeeld in vijf programmalijnen samenwerken met belanghebbenden en medeverantwoordelijke partijen aan concrete acties voor versnelling. Daarbij lopen isolatie en stimulering van de hybride warmtepomp als rode draden door het programma heen. De Jonge wil bovendien – als voorbereiding op een aardgasvrij alternatief – bepaalde doelgroepen ondersteunen bij het overstappen op een warmtenet en bij de isolatie van hun woningen.

Het langetermijndoel is duidelijk: het realiseren van 900.000 woningen tussen nu en 2030. De Jonge is zich echter wel bewust van de uitdagingen waar ook projectontwikkelaars van nieuwbouwwoningen mee te maken krijgen: de bouw is complex en onder meer afhankelijk van voldoende bouwlocaties. ‘Het kan lang duren en het vereist samenhangende besluiten’, meldt de minister in zijn beleidsstuk.

Behalve wonen zijn er ook nog andere vraagstukken, zoals natuur, werken en infrastructuur. ‘En het is een uitdaging voor de bouwsector om aan het benodigde personeel te komen’, weet hij. ‘Want naast de nieuwbouwopgave ligt er ook een grote verduurzamingsopgave in de bestaande bouw. En dit vraagt ook capaciteit.’

 

Inzet alle betrokkenen

De minister benadrukt in het stuk dat de overheid de regie herneemt, maar dat het Rijk het niet alleen kan. ‘Deze opgave zal de uiterste inzet vergen van alle betrokken partijen waaronder medeoverheden, corporaties, bouwende partijen, stedenbouwkundigen, investeerders, en vastgoedontwikkelaars’, aldus De Jonge. Maar wat betekent dit nu concreet?

Het werken aan de oplossingen gebeurt in zes programma’s: Woningbouw, Betaalbaar wonen, Een thuis voor iedereen, Wonen en zorg voor ouderen, Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving en Leefbaarheid en veiligheid.

Dit betekent onder meer dat Rijk en regio voor zeven regio’s met de hoogste verstedelijkingsdruk een aantal verstedelijkingsstrategieën hebben opgesteld. Hierbinnen zijn vijftien grootschalige integrale woningbouwgebieden vastgesteld. Het kabinet investeert de komende tien jaar bovendien 7,5 miljard euro extra in infrastructuur voor de ontsluiting van nieuwe huizen in grootschalige woningbouwgebieden en daarbuiten. Verder zijn er ook middelen beschikbaar vanuit de woningbouwimpuls en is er voor grootschalige gebieden ook een gebiedsbudget.

Er is ook aandacht voor innovatie in de bouw, en dat is een positief gegeven. ‘Een hoog productietempo in combinatie met betaalbare kosten en duurzame kwaliteit vereist een omslag’, aldus de minister. ‘Voor grootschalige woningbouwproductie en verduurzaming moeten we minder afhankelijk zijn van traditionele bouwmethoden’. In het stuk wordt zelfs gesproken over het zetten van stappen ‘om innovatie in de bouw verder en beter in te bedden in het missiegedreven innovatiebeleid’.

 

Vermindering tekort in bouwcapaciteit

Volgens de minister wordt via innovatie in de bouw – digitalisering, standaardisatie en industrialisatie – tegelijk het tekort in de bouwcapaciteit verminderd. ‘Daarnaast gaat het om afstemming van opdrachtgevers en andere vormen van procesinnovatie en ketensamenwerking, zodat er meer continue bouwstromen ontstaan.’

Innovatie wordt ook ingezet om te borgen dat bouwactiviteiten voldoende klimaatadaptief, natuurinclusief en circulair zijn. ‘Hiermee zorgen we er onder andere voor dat stikstof en soortenbescherming geen vertragende factor zijn bij de bouw en verduurzaming van woningen. We sluiten daarbij aan bij de aanscherping van de Milieuprestatie voor gebouwen en bij de ambities in het kader van het stikstofbeleid voor emissievrij bouwen.’

Om ook de ambitieuze doelen voor 2030 en daarna haalbaar te maken, zet de minister in op energiebesparing, isolatie, duurzame installaties voor verwarming en koeling zoals (hybride) warmtepompen en de opschaling en ontwikkeling van duurzame technieken en energiebronnen zoals aquathermie en geothermie. ‘Hiermee verlagen we stapsgewijs de uitstoot van CO₂ in de gebouwde omgeving tot uiteindelijk netto 0 in 2050.’

 

Druk op het elektriciteitsnet verlichten

Er staan best goede dingen in het beleidsstuk. Maar jammer genoeg wordt over de problemen rondom de netcongestie met geen woord gerept. Dat is teleurstellend. Want ook het zoeken naar oplossingen om de druk op het elektriciteitsnet te verlichten hangt nauw samen met de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

econic houdt zich wel bezig met het verlagen van de druk op het elektriciteitsnet. We doen dat door middel van onze zelfregulerende e-homes. Dit zijn duurzame woningen die klaar zijn voor de toekomst, maar waar men nu al in kan wonen. De duurzame verwarming en koeling van een e-home worden geregeld door een (hybride) warmtepomp. De stroom voor het aansturen van de warmtepomp wordt opgewekt met zonnepanelen. Vervolgens slaat de thuisbatterij de overtollige energie op voor later gebruik. Bijvoorbeeld wanneer een hoge piek in energieverbruik ontstaat als iedereen tegelijkertijd elektrische apparaten gebruikt. Dit gebeurt vaak tussen 18.00 en 20.00 uur waardoor soms ‘filevorming’ op het elektriciteitsnet plaatsvindt.

 

Verschil maken door snelheid en betaalbaarheid

Zoals we al eerder meldden in dit blog, keert het woord ‘versnelling’ steeds terug in de Woon- en Bouwagenda. En dat is precies waar wij voor staan. econic werkt snel. En dat betekent dat we vooraan in het bouwproces de juiste knopen doorhakken, waardoor materialen en vakmensen vroegtijdig kunnen worden gereserveerd en besteld. Op die manier voorkomen we uitloop, maar we voorkomen tegelijkertijd extra kostenstijgingen door tussentijdse prijsverhogingen. En ook dat is belangrijk.

In het beleidsstuk legt de minister namelijk veel nadruk op betaalbaarheid. En ook hierbij maakt econic een verschil. In bouwprojecten investeren we namelijk mee in warmtesystemen. Op die manier brengen we de stichtingskosten met een kwart naar beneden. Daarnaast verzorgen we de exploitatie van de installaties. We verhuren ze voor een vast bedrag per maand aan de bewoners. Op deze manier maken we de duurzame nieuwbouwwoning betaalbaar voor iedereen. En dat is nu precies de ambitie die de minister uitspreekt in de Woon- en Bouwagenda. Wij zijn blij dat we hem daarbij kunnen helpen!

''We gaan niet met één pennenstreek de problemen op woongebied oplossen’, is zijn reactie. ‘Er is geen snelle oplossing.''